Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dat hij [18]ook voortaan [19]geduriglijk zou leven, [en] de [20]verderving niet zien. 18. Gelijk hij voor anderen den dood niet kan afkopen, alzo kan hij het voor zichzelven ook niet doen. 19. Of, altoos,eeuwiglijk. 20. Zie hfdst.16 vs.10.